Ooievaars zijn trekvogels en dat betekent dat ze hun broedgebied verlaten en ergens anders overwinteren. Op plekken waar de afgelopen tijd veel ooievaars hebben gezeten, is het nu rustig. Ooievaars vanuit verschillende plekken verzamelen zich en vertrekken in een grote groep.
Dit jaar zijn er bij het Ooievaarsstation in Zegveld 9 jongen uitgevlogen. Deze jongen gaan zo goed als zeker allemaal op trek. De jongen vertrekken eerder dan hun ouders. Dit komt omdat de jongen nog weinig vliegervaring hebben en minder grote afstanden kunnen afleggen dan de volwassenen. De jongen blijven weg tot ze geslachtsrijp zijn. Dit kan wel 2 tot 4 jaar duren!
Ooievaars trekken hoofdzakelijk naar Zuid-Europa en West-Afrika. Hier worden ze vaak gezien bij vuilstortplaatsen waar voor ooievaars veel voedsel te vinden is (denk aan: insecten, muizen en ratten).
Niet álle ooievaars verlaten Nederland. Ongeveer 1 op de 5 ooievaars blijft in Nederland. Vanaf februari keren de eerste ooievaars weer terug.
Op 1 van de paalnesten zie je twee jonge ooievaars zitten. Even later komt er een derde bij. Dan vliegen ze samen weg en hun plekje wordt ingenomen door het ouderpaar. Dan heb je belangrijke informatie gezien! Er is een broedpaar aanwezig en er zijn drie jongen die vliegvlug zijn. Als je deze waarneming in Nestkaart Ooievaar vastlegt, dan is deze informatie geborgd.”
